Tennisarm / tenniselleboog

 

Wat is een tennisarm?

Een andere naam voor een tennisarm of tenniselleboog is epicondylitis lateralis. Het is een ontsteking van een pees ter hoogte van de elleboog, die aan de onderzijde is verbonden met de handstrekspier. Deze  spier wordt gebruikt als de elleboog wordt gestrekt of de hand buigt. Meestal is overbelasting de oorzaak van een tennisarm en ontstaat deze overbelasting doordat er vaak op dezelfde wijze wordt bewogen met de pols. Een tenniselleboog ontstaat niet alleen door overbelasting bij tennis, maar ook schilderwerk, werken met een schroevendraaier, metselen  of computerwerkzaamheden kunnen leiden tot overbelasting en een tennisarm. Bij een plotselinge grote belasting op de handstrekker kan ook een tenniselleboog ontstaan (blessure / letsel). Bij een tennisarm ontstaan kleine scheurtjes in de pees en de pijn is meestal voelbaar aan de buitenkant van de elleboog, vooral bij strekken en buigen. Soms straalt de pijn uit naar de onderarm, pols en hand of bovenarm en schouder. Meestal kun je minder goed kracht zetten met de arm en het vasthouden van bijvoorbeeld een kopje, pen of vork is dan lastig. Soms voelt de elleboog ’s ochtends stijf aan, maar deze stijfheid vermindert meestal na het bewegen van de elleboog. In enkele gevallen is de onderarm gezwollen en voelt deze hard aan.

 

Online Behandeling bij Tennisarm

De fysiotherapeut neemt telefonisch of online contact met je op. Op basis van kennis en ervaring kan de fysiotherapeut vaststellen of er inderdaad sprake is van een tenniselleboog. Er wordt gezocht naar de ‘zwakke schakels’ in de beweegketen, zoals beperkte gewrichten of spiergroepen. Indien er inderdaad sprake is van een tenniselleboog kan behandeling meestal gestart worden. Wanneer de klachten plotseling zijn ontstaan en nog niet zo lang bestaan, is het niet verstandig het pees- en spierweefsel te belasten. Lichte rekoefeningen, bewegingsoefeningen en rust kunnen helpen. Na een periode van minder belasten en afname van klachten is het tijd om aan herstel te gaan werken. 

 

De klachten kunnen ook geleidelijk ontstaan, doordat je spierweefsel verandert door veelvuldige overbelasting van je spieren. De doorbloeding wordt belemmerd, waardoor het spier- en peesweefsel niet volledig kan herstellen. De veranderde weefselstructuur levert klachten op bij het gewone gebruik van de arm en ook bij deze klachten is het belangrijk om de arm beperkt te blijven belasten, maar wel te blijven bewegen. De fysiotherapeut begeleidt jou bij het hersteltraject. Welke behandeling bij jou past hangt onder andere af van de duur van de klachten en/of je leeftijd. Door spierversterkende oefeningen te doen wordt de conditie van de elleboog versterkt en ‘zwakke schakels’ in de beweegketen met te weinig kracht of beperkingen aangepakt. Zo wordt met jou gewerkt aan passend en blijvend herstel.